Op een dag, toen jij er nog niet was, dacht ik dat ik gelukkig was. Ik genoot van de mensen om mij heen, mijn werk, vakanties en meer.
Op een dag, toen jij er nog niet was, dacht ik dat ik verdriet had. Ik huilde om het gemis van geliefden en om de dingen die me raakte.
Op een dag, toen jij er nog niet was, dacht ik dat ik trots was. Trots op wie ik was geworden en wat ik had bereikt.
Op een dag, toen jij er nog niet was, dacht ik dat ik radeloos was. Dat ik niet meer wist waar ik het zoeken moest.
Ik dacht dat ik de wanhoop nabij was.
Op een dag, toen jij er nog niet was, dacht ik dat ik moe was. Zo moe, dat ik echt even rust en tijd voor mezelf nodig had.
Op een dag, toen jij er nog niet was, dacht ik dat ik vechtlust had. Dat ik op kwam voor wie ik was en wat ik wilde.
Maar lieve Jona, nu jij er bent weet ik pas wat het is om gelukkig te zijn. Ik geniet van jou uit bed halen, omdat je mij je mooiste lach geeft.
Ik geniet van wandelen met jou, omdat je alles wat je ziet en voelt zo mooi vind. Ik geniet met je mee, van de zon, de wind, de bomen en het gewoon even buiten zijn.
Ik geniet van het moment dat we met z’n drietjes op de bank zitten. Ik geniet van hoe je lacht om je vader en om mij. Ik geniet van het plezier wat je hebt.
En lieve Jona, nu jij er bent weet ik pas wat écht verdriet is. Hoe verscheurend het is en hoe veel zeer het doet. Het voelt als een gat in mijn hart, waarvan ik weet dat hij nooit meer dicht gaat. Een leegte. En hoe hard ik ook huil, het gat gaat er niet mee dicht.
Ik zou kunnen huilen totdat ik bezwijk onder de pijn in mijn hart.
Dat is hoe het verdriet om jou voelt.
Nu jij er bent, weet ik wat écht trots zijn is. Ik ben trots op ons, op jou en op alles wat jij al bereikt hebt. Trots op wat voor een lief, gewillig jongetje jij bent, wat zo blij is met een lach, een kus, een beetje aandacht.
Ik geniet van spelen met jou, omdat iedere stap vooruit voelt als een grote overwinning. Ik geniet ervan, omdat jij ook zo trots bent op wat je zelf bereikt.
Ik ben trots op hoe jij keer op keer je door vervelende ziekenhuisopnames worstelde en tegen de verwachtingen in toch weer opknapte.
Nu jij er bent, weet ik wat écht radeloos zijn is. Ik weet nu hoe het voelt om bang te zijn. Bang om te verliezen, datgene wat het belangrijkste is in mijn leven.
Ik weet wat het is om de hoop te verliezen, om te ervaren wat het is als niemand je écht helpen kan en niemand de oplossingen heeft voor de problemen die er zijn.
Nu weet ik wat het is om doodsangst te voelen. Als jij keer op keer jezelf verslikt, je voeding niet verdraagt en alles uit blijft spugen, probeer ik je te troosten. Radeloos en niet wetend wat ik doen moet.
Nu jij er bent, weet ik wat het is om écht moe te zijn. Op zijn. Echt niet meer kunnen. Ik weet hoe het voelt. Bijna omvallen, niet meer normaal op m’n benen kunnen staan van moeheid. En dat geen dagen, geen weken, geen maanden, maar al anderhalf jaar lang.
Nu jij er bent, weet ik wat écht vechten is voor wat me lief is. Geen genoegen nemen met minder dan het beste, maar dan ook echt het allerbeste. Niemand die bij jou komt, zonder eerst langs mij te komen.
Intens.
Alles is zoveel intenser geworden. Intens gelukkig, maar ook intens verdrietig.
Intens trots, maar ook intens radeloos.
Intens moe, maar ook intens strijdlustig.
Nu jij er bent, weet ik dat opgeven geen optie is. Ik heb geleerd om over grenzen heen te gaan.
Op het moment dat ik écht niet meer kon, lukt het zelfs nog. Zelfs op het moment dat ik in het diepste dal zat, kon ik nog door.
Als de grens bereikt lijkt, is er de mogelijkheid om de grens te verleggen en door te gaan. En dat is wat ik keer op keer doe. Want opgeven is geen optie. Ik zorg voor jou, omdat jij het dierbaarste bent wat ik heb. Moeheid, verdriet, wanhoop. Het breekt me, maar als ik jou zie, vind ik tóch de kracht om door te gaan.
Op de momenten dat ik zoveel verdriet had, dat ik er door bezwijken kon, besloot ik mijn tranen te drogen. Want ik moet er voor jou zijn.
Op de momenten dat ik radeloos was, hield ik je stevig vast en bad ik tot God.
En keer op keer gaf Hij weer dat jij stabiliseerde en ik kalmeren mocht.
Op de momenten dat ik zó moe was, dat ik eigenlijk niet meer kon, gaf Hij keer op keer weer kracht om door te gaan.
Ik heb mijn ogen geopend voor wat er echt toe doet in het leven. En dat is niet het plezier wat ik maak in mijn leven, dat is niet het werk wat ik doe en het is ook niet de mooie reizen die ik maak.
Het zit in de kleine dingen, die groot worden als je je ogen er voor opent.
Ik ben Hem dankbaar voor alles.
Dankbaar voor de zon die weer op komt, voor de stabiele nacht die we gehad hebben. Dankbaar voor jouw lach die iedere dag weer op je gezichtje heeft mogen komen.
Dankbaar voor de mensen die ons helpen om jouw leven zo mooi mogelijk te maken.
Dankbaar voor de liefde die ik jou geven mag.
Intens. Dat is hoe het leven is. En al weet ik dat al deze intense momenten elkaar af blijven wisselen, ik heb vertrouwen.
Ik heb jou, ik heb ons en ik heb een liefdevolle God, die ons nooit in de steek laat.
Dankbaar voor alles, want dit is de dag die de Heer ons weer geeft.
Reactie plaatsen
Reacties
Onwijs prachtig en mooi geschreven! Bewondering voor hoe je doet allemaal. Hij geeft kracht!!
Ontroerend, puur en oprecht!
Zoveel bewondering en respect voor jullie! ✨✨G O D. B L E S S
Oh wauw, wat heb je dit mooi geschreven!!
Zoveel herkenning ook...kippenvel!!